| 
                                Seinpalen Staatsspoorwegen 
                             
                                
                                    
                                        | Last edited: 2006 | door Gerard van de Weerd |  
 
 
 
                            
                                
                                    |   | halt |   |  
                                    |   |  
                                    | hoofdsein | seinhandel |  |  
                                    | Klapbord SS |  |  
 
                            Op de lijnen van de vroegere Maatschappij tot Exploitaatie van Staatsspoorwegen werden
                            in het begin geen armseinen, maar klapborden als afstandssein gebruikt. De eerste
                            lijnen van de SS werden geopend in 1863. 
                            Het draaibord kon twee standen tonen:   'rijdoor
                            stand' van het sein en 'stopstand'.
 Dit klapbord had een groot nadeel, de veilige stand werd aangegeven door het niet
                            zichtbaar zijn van dit bord, met andere woorden, het wordt ervaren als een negatief
                            sein. Het locomotiefpersoneel gaat zich nu bij mist afvragen of het sein veilig stond
                            of dat zij het onveilige sein per ongeluk hebben gemist.
 
 Uit onderzoek is bovendien gebleken dat langwerpige voorwerpen door de mens op grote
                            afstand beter zichtbaar zijn dan ronde voorwerpen met dezelfde oppervlakte. Zelfs
                            bij nevelig weer vielen de seinen op grote hoogte nog beter op dan de laag geplaatste
                            klap- en draaiborden. De normale hoogte van de klapborden was 3,5 meter, de SS maakte
                            later wel gebruik van hoge armseinen tot een lengte tot 14,3 m. Na invoering van het
                            Algemeen Reglement voor de Dienst op de Spoorwegen in 1875 verving de SS gaandeweg
                            de klapborden door armseinen. Deze seinen werden daarna alleen nog maar gebruikt voor
                            rangeerbewegingen op de grotere stations.
 
 Blokstelsels met seinpalen en armseinen werden voor het eerst ingevoerd omstreeks
                            1880. Voor de bediening ervan werden in die tijd bloktoestellen van Siemens en Halske
                            gebruikt. Later zijn hieruit de Nederlandse modellen ontwikkeld. De HSM volgde haar
                            eigen weg. Dat betekende dat in 1920, toen de SS en de HSM moesten samenwerken om
                            te komen tot de Nederlandsche Spoorwegen, er qua techniek twee verschillende systemen
                            van beveiliging waren ontstaan. In dit samenwerkingsverband werd voor het seinwezen
                            gekozen voor de techniek volgens die van de HSM. Dit systeem was eenvoudiger en beter
                            toepasbaar dan die van de SS.
 
 
 
 
                            Bediening 
                         
                            In het begin werden de op afstand bedienbare seinen bediend met een enkele trekdraad.
                            Daarbij werd tevens een gewicht opgeheven, dat onder de paal was aangebracht. Bij
                            het terugleggen van dit handel werd het sein door dit gewicht weer in de onveilige
                            stand gebracht. Maar dit systeem bracht weinig controle voor de juiste stand van het
                            sein. Een verbetering was het sein door twee draden te bedienen. Op de seinarm werd
                            een balans gemonteeerd met op de uiteinden twee draden, een haler en een toegever.Dit systeem had helaas nog een paar nadelen, deze waren:
 
                            
                                bij het breken van de draad zal het sein niet altijd in de onveilige stand vallen 
                            
                                bij zomerse temperaturen kan door uitzetting van de draad het sein niet altijd in
                                de juiste stand komen 
                             
                            Dit heeft men later verholpen door de invoering van een veiligheidsbalans. Bij breken
                            van de draad zal door de werking van het contragewicht het draadlusje van de balans
                            afvallen, waardoor de seinarm door het eigen overgewicht op onveilig terugvalt.Men bleef de techniek nog verder ontwikkelen en dit leidde omstreeks 1905 tot de invoering
                            van de coulissesteller. Deze was minder gevoelig voor rek bij de trekdraden door
                            het aanwezig zijn van een dode slag in de beweging. Bij draadbreuk kwam het sein in
                            de onveilige stand. Ook zorgde het coulissemachaniek ervoor dat het sein in de omschreven
                            veilige stand kwam, ondanks eventuele lengteveranderingen van de trekdradendoor temperatuurwisselingen.
                            De slaglengte van de trekdraadbeweging bedroeg in de beginjaren 22 cm, later
                            werd dit 50 cm.
 
 
 
 
                            Seinmast 
                         
                            In 1860 waren deze palen opgebouwd uit conische stukken plaatwerk, die aan elkaar
                            zaten geklonken. Na enkele jaren bleek dat deze palen aan de binnenkant bij de schachtnaden
                            snel gingen roesten. Daarom maakte de SS vanaf 1906 gebruik van masten uit Mannesmann-palen.
                            Dit zijn ronde palen van verschillende diameters, die in elkaar passen. Aan elkaar
                            gelast vormen zij zo een 'verjongende' paal, waarbij de roestwerking van binnenuit
                            veel geringer is. De SS gebruikte hiervoor vrij smalle seinmasten, later bij de NS
                            werden de palen wat steviger uitgevoerd. 
                            
 Sommige SS-seinen zijn tot omstreeks 1970 nog in gebruik geweest. Maar het merendeel
                            is gaandeweg vervangen door seinarmen van stelsel 1932 en stelsel 1937.
 
 
                                
                                    
                                        |   |  |  |  |   |  |  |  
                                        | Hoofdsein met zekerheidsbalans, Mannesmannpaal en lantaarngeleidestang. Het hierbij
                                            benodigde contragewicht voor het balanceren is in de haler opgenomen.
 
 De seinglazen zijn in de seinarm opgenomen.
 | Hoofdsein met coulissesteller, Mannesmannpaal en lantaarngeleidestang.
 
 Om ruitbreuk te verminderen zijn de seinglazen in een losstaande bril aangebracht.
 |  
                                        |   |   |  
                                        | hoofdsein |  | seinhandel | hoofdsein |  | seinhandel |  
                                Bij de Staatsspoorwegen stonden de seinarmen altijd LINKS van het spoor. 
                             
 
 
                            Seinkleuren 
                         
                            De kleuren van de nachtseinlichten en de betekenis ervan zijn in de loop der jaren
                            nog wel eens veranderd.Hierbij een overzicht:
 
                                
                                    
                                        | 
                                                
                                                    
                                                        |  | Nachtseinen SS vanaf 1860 |  |  
                                                        |  | onveilig, stop | veilig | geef acht, langzaam |  |  
                                                        |  | rood | wit | groen |  |  
                                                        |  | Naderhand Seinregelement 1875 |  |  
                                                        |  | gevaar, onveilig | veilig | langzaam rijden |  |  
                                                        |  | rood | wit | groen |  |  
                                                        |  | Seinregelement   1934         Nederlandsche
                                                            Spoorwegen |  |  
                                                        |  | onveilig | veilig | langzaam rijden |  |  
                                                        |  | rood | groen | geel |  |  
                                                        |  |  |  |