HOOFDSEINPAAL

uitvoering 1932


Last edited: 2005 door Gerard van de Weerd



onveilig,
stoppen
hoofdsein seinhandel
Na de fusie van de voormalige spoorwegmaatschappijen (HSM en SS) waren er vele uitvoeringen van de seinen voor de treinbeveiliging. De beveiliging werd geschoeid volgens het principe van de HSM (Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij). Na experimenten in de jaren '20 werd in 1932 een nieuwe houten seinarm ingevoerd, De technische vooruitgang ging inmiddels verder en een verbeterde vorm zag in 1937 het licht. De armen waren nu gemaakt van in de vorm geperst plaatstaal en voorzien van een emaillelaag. Dat scheelde enorm in het onderhoud. De betekenis bleef hetzelfde, arm horizontaal is onder een hoek van 45° schuin omhoog, voorrbijrijden toegestaan.
Bij duisternis wordt de stand van het sein door middel van verlichting aangetoond, er brandt dan een rood respectievelijk een groen licht.
Tot 1917 hadden de afzonderlijke maatschappijen, zoals bijvoorbeeld de Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en de Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij eigen armseinen. Na de samenwerking vanaf 1917 koos de nieuw gevormde maatschappij voor de beveiligingsopzet van de HSM.

stelsel 1920       stelsel 1932       stelsel 1937
SS hoofdsein
HSM hoofdsein


De seinen van de jaren '20 en '32 waren voorzien van zogenaamde schaarstellers. Een contragewicht aan de rechterzijde van de steller werd door de trekdraad 180° meegenomen. Door middel van een pen en een schaar ontstond een slag van 45°, waardoor de seinarm van stand kon veranderen.
Bij voorseinen was deze slag vergroot tot 90°.
Bij draad- of kettingbreuk rolde de pen uit de schaar en de seinarm kwam dan vanzelf in de stand onveilig.
Normaal staan seinpalen aan de rechterzijde van het spoor waarvoor zij behoren. Vanwege de zichtbaarheid is het vaak beter om de seinen boven het desbetreffende spoor te tonen. Zo'n seinarm wordt dan op een asymmetrisch bordes geplaatst. Hieronder zien we een dergelijke opstelling, welke tot eind jaren '80 als zodanig gefunctioneerd heeft in Zuidbroek.

 
C2 C3 C2

C3  




Armseinen in de uitvoering van 1932. Niet helemaal correct, want de armen zijn van geperst staal en van een emaillelaag voorzien.
Oorspronkelijk waren de seinvleugels van hout en voorzien van metalen beslag voor de stevigheid.
[Klik voor vergroting] De schilder is net langs geweest. Het uitrijsein is op het bordes om precies aan te geven voor welk spoor het geldig is. Het sein is voorzien van een schaarsteller. [Klik voor vergroting] Armsein duidelijk zichtbaar boven het spoor. Op de achtergrond is eveneens het andere inrijsein boven het spoor te zien. De bediening gebeurt met een elektromomtor bij de grond. Met een stangenstelsel wordt de beweging doorgegeven. [Klik voor vergroting]
Lochem, 19 juli 1985 Zuidbroek, augustus 1984 Groningen, augustus 1982

Alle foto's copyright Gerard van de Weerd © 2005


voorsein  <->  hoofdsein type ‘32  <->  hoofdsein type ‘37  <->  hoofdsein staatsspoor  <->  zichtbaarheid
Copyright 2024 door Gerard van de Weerd