D-TREINRIJTUIGEN type 1932 IN MODEL

Augustus 8, 2016 door Gerard van de Weerd


In 1932 verschenen de eerste geheel gelaste stalen D-trein rijtuigen bij de NS, de serie AB 7521 - 7545.
Qua bestelling hoorden de rijtuigen bij de C12c coupérijtuigen, qua uiterlijk waren ze te beschouwen als een voortzetting van de ovale ramen rijtuigen.
Ook nieuwe technieken, inmiddels opgedaan bij de jongste Blokkendoosrijtuigen van 1930 werden verwerkt in het ontwerp.
Hun werkterrein lag hoofdzakelijk in de binnenlandse expressetreindienst, maar de rijtuigen waren ook over de landsgrenzen te zien, namelijk in de buurlandtreinen naar België, Duitsland en als uitschieter Noord-Frankrijk.
In elke expressetrein tussen de dertiger en vijftiger jaren kwam je dit rijtuigtype tegen.
Dit type rijtuig was voor een deel gezichtsbepalend tot de jaren '60 in het Nederlandse rijtuigenbeeld, want de bolkoprijtuigen, de rijtuigen plan D en plan K hadden allemaal hun oorsprong in deze serie.
De ABd's 7521 - 7545 werden bij Werkspoor gebouwd en kwamen in dienst tussen 23 maart en 28 mei 1932.
serie ABd9 7521 - 7555

De rijtuigen voldeden goed en meteen al een jaar later werd een identieke nabestelling geleverd van nog eens 10 rijtuigen.
De ABd9's  7546 - 7555 kwamen tussen 21 februari en 18 maart 1933 in dienst en waren identiek aan de eerste bestelling.

typenummer en serie fabrikant in dienst buiten dienst remwerk gewicht
ABd9 AB 7521 - 7545 Werkspoor 1932 1947 - 1969 Knorr snelrem 45 ton
ABd9 AB 7546 - 7555 Werkspoor 1933 1947 - 1969 Knorr snelrem 45 ton



Rijtuigindeling

De ene kant van het rijtuig was ingedeeld voor de niet-rokers, de andere kant voor de wel-rokers.
Een klapdeur scheidde de beide helften.
Slechts zes van de negen ramen kregen aan de buitenzijde een klassebord, bij de coupé voor facultatief eerste/tweede klasse en bij twee coupé's tweede klasse ontbraken de klasseborden.

Deze rijtuigen hadden dezelfde lengte als de ovaleramen rijtuigen. Om meer reizigers mee te kunnen nemen werd daarom een toiletruimte opgeofferd en diende elke coupé een paar centimer korter te worden. Verder bleef het interieur bijna net zo luxueus als van de ovaleramen rijtuigen.
Al het zichtbare lijstwerk bestond uit het donkerbruine Djati hout uit Java.
Onder de ramen was een zwarte bekledingsstof aangebracht. De zijwanden waren bekleed met geribbeld pergamoid, een soort gevernist linnen.
De eerste klasse coupé's hadden vier zitplaatsen van 75 cm breed, de winterkant van de kussens waren met rood trijp met een donkere tijgerstreep bekleed, de andere (zomer)kant met rood leerdoek. Tussen de zittingen was een brede armleuning van 25 cm. De facultatieve klasse had dezelfde bekleding, maar bood plaats aan 6 reizigers. Op de schuifdeuren was een omkeerbaar bordje waar de conducteur mee kon aangeven of het dienst deed als eerste of tweede klasse klasse.
De tweede klassezitplaatsen waren bekleed met bronsgroene trijp en bevatte per bank twee opklapbare armleuningen. De allerlaatse coupé beschikte slechts over vijf zitplaatsen, in de zijgang was een kast geplaatst voor de spanningsregelaar.
In de zijgang zaten nog steeds handgrepen om de schuiframen op en neer te bewegen, maar de coupé's waren voor het eerst voorzien van een draaihandel onder het raam waarmee dit open of dicht kon.
Ook bij de latere plan D, plan E en plan K werden dit soort draaihandels toegepast.



Constructie

Voor het ontwerp van deze doorgangsrijtuigen ging men uit van de ovaleramenrijtuigen van 1928.
Het modeverschijnsel om gebruik te maken van ovaalvormige ramen was weer voorbij en daarom kreeg dit rijtuig weer rechte ramen.

Omdat het rijtuig -doordat het gelast was- geen naden of strippen vertoonde zag het er in vergelijking met andere rijtuigen strakker uit. Lassen was in die dagen nog een nieuwe techniek. Wanden en daken werden voorgefabriceerd en samengevoegd in grote lasmallen, waarna de delen aan elkaar gelast werden.
Doordat de koppen wat smaller waren dan de rest van het rijtuig konden openstaande instapdeuren binnen profiel blijven. In de kopwanden zaten - net als bij de ovaalramers- twee ramen, één in de kopdeur en één aan de kant van de zijgang. De teakhouten kopdeur draaide naar binnen toe open. Aan de binnenzijde van de Hongaarse vouwbalg waren draaihekjes aangebracht waaraan de reizigers zich eventueel konden vasthouden bij het overlopen.

De rijtuigen hadden een beperkt RIC-teken. Ze waren toegelaten voor Nederland, België, Duitsland, Elzas-Lotharingen en de Franse Nord. Daartoe was de kopwand voorzien van meerdere sluitseinijzers.
De 1,9 kilowatt dynamo hing onder aan de rijtuigbak en werd aangedreven door een lederen riem. De dynamo voedde de accus's, die onder de bak hingen in twee accukisten. Het regeltoestel schakelde automatisch de voeding van de rijtuigverlichting van batterij naar dynamo bij een snelheid van ongeveer 20 km/h. Bij hogere snelheden werden de accu's pas opgeladen.
In elke coupé bevonden twee Philips gloeilampen, een witte en een blauwe nachtlamp. In de zijgang zaten vier lampen, de beide balkons met twee lampen en één in het toilet.

De verwarming met normale lagedruk stoom kreeg binnenlandse en internationale aansluitingen op de bufferbalk. Elke coupé had zijn eigen stoombatterij, welke door de reizigers bediend kon worden. De verwarming voor de rest van het rijtuig kon alleen door de conducteur geregeld worden.

De serie ABd 7521 kreeg nieuwe gelaste draaistellen type T met ingebouwd remwerk, de radstand was vergroot tot 3,00 m voor een rustiger loop. Hoewel de draaistelllen nieuw ontworpen waren, zijn ze te beschouwen als een verdere ontwikkeling van de draaistellen van het nieuwe Blokkendozenmaterieel met bouwjaar 1931. De draaistellen type T waren nog voorzien van glijlagers. Dit type draaistel beviel goed en werd later ook gebruikt bij de Bolkoprijtuigen en bij plan D rijtuigen (type S), maar deze waren voorzien van SKF-rollagers.
Op de zijwanden konden op drie plaatsen koersborden hangen.



Wijzigingen

In 1939 werden de daken donkergrijs geschilderd.
Bij de inval in mei 1940 raakte rijtuig AB 7531 in de buurt van Zwolle zo zwaar beschadigd, dat het als eerste van de serie buitendienst werd gesteld.

Vanaf 1947 werden de klasseborden hoger opgehangen, zodat volgens de NS ook de reizigers op drukke balkons makkelijker hun rijtuig konden vinden. Tegelijkertijd kregen de klasseborden hiervoor zwarte cijfers op een witte ondergrond. Derde klasse borden bleven wel wit op zwart.
In 1949 met de komst van elektrische locs kregen de rijtuigen ook elektrische verwarming ingebouwd voor een spanning van 1500V gelijkstroom. Als de rijtuigen in Duitsland kwamen dienden ze met weer stoom verwarmd te worden!

In 1952 verbouwde de NS 10 willekeurige AB-rijtuigen tot rijtuigen derde klasse serie C 7151 - 7161 door de coupé's van acht zitplaatsen te voorzien. De kleine eindcoupé met de spanningsregelaarkast kreeg zes zitplaatsen. De rijtuigen kregen hetzelfde soort interieur als de nieuwe plan D's, banken met lichtbruin leerdoek en in het midden een opklapbare armleuning.
Ook vernummerde men de overgebleven rijtuigen om weer een gesloten nummerserie te krijgen. De hoogste nummers namen de opengevallen lage nummerplaatsen in.
Aldus creëerde men de series AB 7532-7545 en C 7151-7160.

Met de klasseverlaging van juni 1956 werden de AB's volledig eerste klas rijtuigen en de C's tweede klassers. Ondertussen verschenen de eerste rijtuigen in het Berlijnsblauw met gele biezen.
In 1955 werden zij uitgerust met zwaardere buffers.
Bij enkele rijtuigen zijn aan het eind van de jaren 50 de gloeilampen vervangen door TL-buizen van 40 Watt.

In 1958 werden de rijtuigen teruggetrokken uit de internationale dienst en genummerd in de serie 6000, binnenlandse vierassige rijtuigen met toilet.
Vanaf 1959 werden de A-rijtuigen opnieuw verbouwd tot AB-rijtuigen. De coupé's met 6 zitplaatsen bleven hetzelfde, alleen de coupé's met 4 zitplaatsen kregen nu 6 zitplaatsen. Vanaf het toilet gerekend waren er nu vier coupé's eerste klasse en vijf coupé's tweede klasse.
Alleen rijtuig AB 6243 werd bij een verbouwing voorzien van allemaal coupé's met 8 zitplaatsen.
Tussen 1965 en 1968 viel het doek en verdwenen de meeste rijtuigen langzaam richting sloperij Koek in Mijdrecht.

Klasseborden tot 1947

Klasseborden van 1947 tot juni 1956

Klasseborden van 1956 tot 1973

 


Kleuruitvoering

II a/b

1932 - 1945

 
 

 

 

 

1e en 2eklasse

aanduiding: ABd9

AB 7521 - 7555

eerste klas coupé: 4 zitplaatsen,
tweede klas coupé: 6 (5) zitplaatsen.

De uitvoering van de coupérijtuigen ten tijde van aflevering in 1930.

Klik op een van de pijltjesknoppen voor de rijtuigveranderingen.
       


Treinsamenstellingen

De rijtuigen reden vooral in de binnenlandse sneltreindienst samen met de C12c rijtuigen, maar ze kwamen ook regelmatig in Duitsland en België, samen met de hogere nummers (gelaste rijtuigen) van de C12c serie C6471 - 6485.
In de dertiger jaren was het gebruikelijk om een vaste combinatie aan te houden van één C12c met één ABd9 rijtuig, deze combinatie kon in een trein meermalen voorkomen.
Vooral in de sneltreinen van het westen naar Groningen waren deze rijtuigen frequent te zien. Ook de sneltreinen naar Limburg behoorden tot hun takenpakket, waarbij ze ook nog een slag naar Aken en Visé maakten.
Vanaf 1940 gebruikte de NS niet meer deze vaste combinatie. De ABd's werden toen ingezet met de nieuwe ABC-rijtuigen en de derde klas rijtuigen met vouwbalg.
Halverwege de jaren '50 werden de ABd9's meer en meer ingezet voor lokaaltreinen, militairentreinen en als extra versterkingsrijtuigen. Ook waren ze frequent te zien op nevenlijnen achter een 2200, 2400 of 2600 dieselloc, al dan niet aangevuld met een stoomverwarmingswagen.



trein 106 Gouda - Rotterdam Maas     1939
loc ABd9 C12c DIV
D-trein rijtuig coupérijtuig bagagewagen
trein 109 Rotterdam Maas - Gouda     1939
loc ABd9 C12c DIV PIV
D-trein rijtuig coupérijtuig bagagewagen postrijtuig
trein 120 Rotterdam Maas - Gouda     1939
loc ABd9 C12c C12c DIV PIV
trein 103 Rotterdam Maas - Gouda     1939
loc ABd9 C12c C12c DIV
trein 62 Maastricht - Eindhoven - Den Haag     1939
loc DIV C12c ABd9 ABd9 C12c PIV

Meer treinsamenstellingen met de stalen doorgangsrijtuigen vindt u hier.


Andere gegevens over het grootbedrijf in tabelvorm zijn ook te vinden op de site van Martijn Haman.


Koninklijke rijtuigen

  treinbegeleider werk kamer badkamer zit/slaapkamer prinsessen verzorgsters  
plattegrond Salonrijtuig SR8

Koningin Juliana koos na de Tweede Wereldoorlog, waarin de royaler uitgevoerde trein van haar moeder Wilhelmina verloren ging, voor een degelijke maar sobere inrichting voor de twee rijtuigen die voor haar, prins Bernhard en de vier prinsessen werden ingericht. De koningin kreeg een grote ontvangstkamer, de prins een werkruimte met telefoon en er kon huiswerk worden gemaakt op weg naar de wintersportvakantie in Oostenrijk.

In 1953 werd rijtuig AB 7522 aangewezen voor de koninklijke trein en door Beijnes verbouwd tot salonrijtuig SR8.
De zijgang werd behouden, maar de inrichting van de coupé's werd aangepast. Dit rijtuig was bedoeld voor Prins Bernhard en de prinsessen.
Het werd ingericht met een werkkamer voor de Prins, twee slaapkamers en twee badkamers voor de prinsessen, een ruimte voor de verzorgsters van de prinsessen en een begeleidersvertrek.

De draaistellen met glijlagers werden vervangen door reservedraaistellen van plan D rijtuigen met rollagers. De Hongaarse vouwbalgen werden afgenomen en er kwamen rubber buisbalgen voor terug. De ramen werden voorzien van kleine tochtvrije bovenraampjes. De dynamo werd verzwaard, er kwam TL-verlichting in en ook de sluitverlichting werd elektrisch.
Bovenop de rijtuigkoppen bevinden zich antennes voor de hoogfrequente treintelefoon.
In december 1953 werd het rijtuig in groene kleur in dienst gesteld. Samen met de D6 werd het rijtuig in mei 1957 berlijnsblauw geschilderd.



  treinbegeleider keuken hofdames ontvangst kamer werk kamer douche toilet/garderobe  
plattegrond Salonrijtuig SR9

Omdat salonrijtuig SR7 op korte termijn buiten dienst gesteld zou worden werd in 1956 de AB 7546 door Allan te Rotterdam ingericht tot koninklijk rijtuig SR9 voor Koninging Juliana. Dit is een rijtuig met een salon, een werk- en slaapcoupé en een keukencompartiment. De salon was voorzien van een twee meter breed raam. Dit rijtuig heeft een eenvoudig tweepits gasstel dat is bedoeld voor het zetten van een kopje thee of koffie. Echte maaltijden kunnen er niet op bereid worden.
Boven de slaapbank van koningin Juliana kan een bed worden uitgeklapt dat in de jaren '50 werd gebruikt voor de jeugdige prinses Christina.


 
10 januari 1955   trein 12884     Koninklijke trein van Lech naar Baarn.
1306 verw. wagen D6 SR 7 SR 8
5 mei 1962     Loc 1218 met koninklijke trein op bevrijdingsdag door Gelderland.
NS 1218 plan D - A SR 8 SR 9
7 mei 1962.     De koninklijke trein tijdens een bezoek van de Koningin door de drie noordelijke provincies.
2200 2200 plan D - A SR 8 SR 9
13 oktober 1965   trein 23392     Koninklijke trein naar Zeeland.
1138 SR 8 SR 9 D6
12 juni 1970     Rondrit met de koninklijke trein door Utrecht.
loc plan D - A SR 8 SR 9
31 maart 1981     Loc 1202 met de koninklijke trein op weg voor een staatsbezoek naar België en Luxemburg.
NS 1202 SR 8 SR 9 plan K
30 oktober 1984     De koninklijke trein in Gelderland op weg van Arnhem naar Doetinchem.
2330 2243 1648 plan K SR 9 SR 8
30 april 1986     Hare majesteit brengt op deze Koninginnedag een bezoek aan Deurne en Meijel.
1644 plan K SR 9 SR 8
21 juni 1989     Koninklijk bezoek van Utrecht door Leiden.
1639 SR 8 SR 9 plan K




Bij de indienstelling in augustus 1956 had dit rijtuig al de huidige berlijnsblauwe kleur.

De beide rijtuigen kregen een bijzonder uitgebreid RIC-teken.

  B België N Noorwegen L Luxemburg H Hongarije
D Duitsland J Joegoslavië F Frankrijk S Zweden
CH Zwitserland R Roemenië It Italië GR Griekenland
PL Polen TC Turkije A Oostenrijk BG Bulgarije
DK Denemarken







Tot 1993 bleven ze in gebruik en maakten gedurende hun dienstjaren zo'n 80 ritten in binnen- en buitenland.
Ze werden voornamelijk ingezet bij staatsbezoeken van buitenlandse vorsten en staatshoofden en voor de wintersportvakanties van de koninklijke familie.

In 1968 kreeg dit rijtuig het computermummer 61 84 89-40 001-9 en is in 1993 buiten dienst gegaan. In datzelfde jaar werd het rijtuig naar het Nederlands Spoorwegmuseum gebracht.
Toen Beatrix in 1980 de troon besteeg, voldeden de SR8 en de SR9 niet meer aan de eisen van de moderne tijd. Zo konden ze geen hoge snelheden aan. In 1993 gaf het ministerie van Verkeer en Waterstaat de opdracht een bestaand intercityrijtuig te verbouwen tot nieuw koninklijk rijtuig. In december 1993 werd het huidige koninklijke rijtuig, de SR10, in gebruik genomen en de SR8 en SR9 konden buiten dienst gesteld worden.


De beide rijtuigen staan al enkele jaren in het museum, maar zijn sinds kort toegankelijk voor publiek. Ze ademen nog steeds de sfeer uit van de jaren vijftig, toen ze werden verbouwd voor de Oranjes. De inrichting is lichtbruin, op de bureaus staan ouderwetse witte telefoons en op de tafels pronken grote glazen asbakken.
De rijtuigen zijn sober maar wel van alles voorzien, van salons en slaapcoupés tot en met een keukentje met koffiezetapparaat.



SR 8
1956-1993

Salonrijtuig voor Prins Bernhard
   


    SR 9
1956-1993

Salonrijtuig voor Koningin Juliana




Modeluitvoering:

De ABd9 van Philotrain, catalogusnummer 41, stamt uit 1995 en werd uitgebracht als kant en klaar model voor een prijs van van ƒ 695,00.
Ook bouwpakketten van deze rijtuigen waren mogelijk voor ƒ 395,00.
Het model inclusief draaistellen was geheel van messing, de beide dakdelen boven de rijtuigkoppen waren van witmetaal vanwege de complexe vorm.
Philotrain leverde dit rijtuig in wel 8 verschillende uitvoeringen. In het groen met lichte en donkere daken, als AB-rijtuig en als C-rijtuig, en in meerdere blauwe varianten als buurland- en als binnenlands rijtuig.

Exacttrain kondigde begin 2016 aan deze rijtuigen uit te brengen. We zijn zeer benieuwd wanneer dat gerealiseerd wordt.



Foto's

ABd9 7524. Gangpadzijde. Duidelijk te zien de diverse sluitseinijzers voor het buurlandverkeer.
Amsterdam, april 1938 collectie Gerard van de Weerd



   
Rijtuig NS 61 84 89-30 001-1 (salonrijtuig SR 9, ex-AB 7544, ex-AB 7546) van de oude koninklijke trein staat nu in het Spoorwegmuseum.
Ten opzichte van de oorspronkelijke uitvoering is het rijtuig behoorlijk gemoderniseerd, onder andere door het aanbrengen van rubberen buisbalgen en een telefoonantenne op het dak. In het midden is het verbrede raam te zien.
Spoorwegmuseum Utrecht, 5 juni 2005   (foto Gerard van de Weerd, © 2005)




Nummer Bouwjaar Fabrikant 1952 1956 1958 Afvoer Bijzonderheden
AB7521 1932 Werkspoor - - - nov. 1951 Vermist na 1945, in 1951 administratief afgevoerd.
AB7522 1932 Werkspoor AB7531 SR8 SR8 12 dec. 1994 In 1953 salonrijtuig SR8, op 14 december 1994 naar Spoorwegmuseum.
AB7523 1932 Werkspoor - - - 1945 Onherstelbare oorlogsschade
AB7524 1932 Werkspoor C 7151 B 7151 B 6151 jan. 1966
AB7525 1932 Werkspoor AB7532 A 7532 AB6232 apr. 1960
AB7526 1932 Werkspoor - - - nov. 1951 Vermist na 1945, in 1951 administratief afgevoerd.
AB7527 1932 Werkspoor C 7152 B 7152 B 6152 nov. 1968 In 1968 vakantieverblijf in Hilversum, gesloopt in 1978.
AB7528 1932 Werkspoor C 7153 B 7153 B 6153 nov. 1968
AB7529 1932 Werkspoor C 7154 B 7154 B 6154 nov. 1967
AB7530 1932 Werkspoor AB7533 A 7533 AB6233 dec. 1966
AB7531 1932 Werkspoor - - - mei 1940 Vernield tijdens Duitse inval
AB7532 1932 Werkspoor C 7155 B 7155 B 6155 dec. 1967
AB7533 1932 Werkspoor - - - nov. 1951 Vermist na 1945, in 1951 administratief afgevoerd.
AB7534 1932 Werkspoor C 7156 B 7156 B 6156 dec. 1967
AB7535 1932 Werkspoor AB7535 A 7535 AB6235 sep. 1965
AB7536 1932 Werkspoor AB7536 A 7536 AB6236 apr. 1965
AB7537 1932 Werkspoor C7157 B7157 B6157 sep. 1968
AB7538 1932 Werkspoor AB7538 A 7538 AB6238 dec. 1966
AB7539 1932 Werkspoor C 7158 B 7158 B 6158 nov. 1968
AB7540 1932 Werkspoor AB7540 A 7540 AB6240 dec. 1966
AB7541 1932 Werkspoor - - - 1945 Onherstelbare oorlogsschade
AB7542 1932 Werkspoor AB7542 A 7542 AB6242 mrt. 1964
AB7543 1932 Werkspoor - - - nov. 1951 Vermist na 1945, in 1951 adm. afgevoerd. In DR B4ümp 8 Cs 7543, later 204-405. Afvoer DR 12 jan. 1970.
AB7544 1932 Werkspoor C 7159 B 7159 B 6159 sep. 1968 In 1973 kantine bij camping De Schaopvolte (Eext)
AB7545 1932 Werkspoor AB7545 A 7545 AB6244 dec. 1966
AB7546 1932-33 Werkspoor AB7544 SR9 SR9 12 dec. 1994 In 1956 salonrijtuig SR9, in 1969 nummer 61 84 89-40 001-9, op 14 december 1994 naar Spoorwegmuseum.
AB7547 1932-33 Werkspoor AB7541 A 7541 AB6241 jan. 1966
AB7548 1932-33 Werkspoor AB7539 A 7539 AB6239 mrt 1964
AB7549 1932-33 Werkspoor C 7160 B 7160 B 6160 sep. 1968 verkoop KNHS 76100, in 1971 gesloopt na brand.
AB7550 1932-33 Werkspoor AB7537 A 7537 AB6237 feb. 1966
AB7551 1932-33 Werkspoor AB7534 A 7534 AB6234 juni 1965
AB7552 1932-33 Werkspoor - - - nov. 1951 Eerst vermist, na terugkomst gesloopt.
AB7553 1932-33 Werkspoor AB7543 A 7543 AB6243 sep. 1968 Eerst vermist, eind 1951 AB 7543II, verbouwing tot AB 6243 in 1959.
AB7554 1932-33 Werkspoor - - - nov. 1951 Vermist na 1945, in 1951 administratief afgevoerd.
AB7555 1932-33 Werkspoor - - - nov. 1951 Vermist na 1945, in 1951 adm. afgevoerd. In DR BP4ü 6 HI 7555, later 204-301. Afvoer DR juni 1978.
35 rijtuigen 25 rijtuigen 13 AB en 10 B rijtuigen
2 salonrijtuigen
Ovale venster rijtuigen  <->  Coupe rijtuigen  <->  D-trein rijtuigen  <->  Bolkoprijtuigen  <->  Plan D  <->  Plan E  <->  Plan K  <->  Plan N  <->  Plan W  <->  Stalen D bagagewagens  <->  aanduidingen
Copyright 2024 door Gerard van de Weerd